duurzaamheid staat centraal
De mens observeert de natuur al eeuwenlang om te produceren en te innoveren. Het tijdperk van fossiele brandstoffen voor het leveren van goedkope energie is voorbij. We moeten nu dezelfde materialen maken met minder middelen. De natuur is een uitstekende leermeester, ze is efficiënt, produceert de beste materialen en verbruikt weinig energie. Om te evolueren, moeten we op zoek naar nieuwe materialen, productiemethoden en zullen ook de schaal moeten aanpassen.
Van de natuur kun je leren, bijvoorbeeld hoe termieten, mieren, bijen, … een heuse samenleving opbouwen: taakverdelingen, afspraken, kiezen voor het geheel, toekomst centraal. De natuur als denkkader, de natuur als kapitaal, de natuur als leermeester, de natuur als inspiratiebron.
Door de innovaties van de natuur en het ecosysteem te gebruiken, zullen we uiteindelijk duurzaam worden in alles wat we doen.
Duurzame energie wordt steeds belangrijker. Niet alleen omdat de voorraad fossiele brandstoffen langzaam maar zeker opraakt, maar ook omdat we zelf inzien dat het van belang is om de klimaatsverandering te stoppen. We zullen moeten proberen de enorme hoeveelheden CO2 te reduceren en meer duurzame energie gaan gebruiken. Duurzame energie is veel milieuvriendelijker dan het genereren van energie met fossiele brandstoffen.
Er wordt in Nederland ongeveer 10 procent van alle energie duurzaam opgewekt en de intentie is om dit te verhogen door de komende jaren bio-energie toe te passen. Bio-energie heeft als voordeel dat het goedkoop is en kan worden opgewekt in kolencentrales die op dit moment actief zijn of worden gebouwd. Tevens zullen er ook meer windmolenparken worden gerealiseerd en maken we meer gebruik van zonnepanelen om zelf energie op te wekken.
duurzame energie
Hergebruik als bouwmateriaal vindt plaats in de vorm van autobanden. Door het stapelen van autobanden is deze bouwmethode zeer stabiel, met name tegen aardbevingen. De rubberen banden kunnen veel beter trillingen absorberen dan beton. Vanuit biomimetisch gezichtspunt is het gebouw volledig zelfvoorzienend. Regenwater wordt opgeslagen in tanks, wind en zonne-energie voor de stroomvoorziening en afval en grijs water wordt organisch verwerkt door middel van sceptictanks met planten en/of vissen om het water schoon te maken. Het reinigingsproces functioneert als voeding voor groenten en andere eetbare planten. Uiteindelijk wordt het afgevoerd naar de bodem als goed gefilterd, gifvrij en voedselrijk water.
PLAN VAN AANPAK ENERGIEZUINIG ONTWERP
Als je een nieuw huis gaat bouwen is dat een kans om de principes van het duurzaam bouwen toe te passen. Een plan van aanpak voor een energiezuinig ontwerp bestaat uit de volgende onderdelen:
1. BEPERK DE ENERGIEVRAAG
Verbruik niet meer energie dan nodig is, door gevels en daken goed te isoleren bespaar je op de verwarmingskosten. De vorm van het huis heeft invloed op het energieverbruik, een compacte woning in de vorm van een vierkant is veel energiezuiniger dan een rechthoekige woning. Toepassen van LED verlichting in plaats van TL levert een verdubbeling van de hoeveelheid branduren, en een lager energieverbruik.
2. MAAK GEBRUIK VAN DUURZAME ENERGIE
Maximaal profiteren van zon, wind of water is niet alleen natuurvriendelijk, het is ook financieel voordeliger. Zonnepanelen of een windmolen om elektriciteit op te wekken, een zonneboiler op je dak voor warm water. Gebruik maken van onbegrensde energiebronnen, die door een eenmalige investering op termijn veel rendement opleveren. Er kan ook gebruik gemaakt worden van de warmte die in de bodem zit, door huizen in de flank van een heuvel te bouwen en gebruik te maken van natuurlijke isolatie en aardwarmte.
3. EFFICIËNT ENERGIEVERBRUIK
Gebruik fossiele brandstoffen op een efficiënte wijze, in plaats van een traditionele verwarmingsketel gebruik maken van een condenserende ketel. Deze werkt op een lagere watertemperatuur en verliest minder warmte aan de ruimte. Een hout- of pelletkachel met hoog rendement is ook een goed alternatief.
Duurzaam wonen bevordert het milieubewustzijn door zelf actief deel te nemen aan het ontwerpproces.
biomimetica
NATUUR
Een methode waarbij ideeën uit de natuur worden gebruikt als voorbeeld voor innovaties, de zogenaamde biomimetica, wordt steeds vaker toegepast. We kunnen veel leren van de natuur over de wijze van samenwerking en symbiose. De natuur als inspiratiebron gebruiken, natuurlijke processen imiteren, duurzamere technologische vooruitgang stimuleren zijn voorbeelden van het toepassen van biomimetica.
BLADEREN
De bladeren in de bomen zijn een voorbeeld van efficiënte zonnepanelen. Ze produceren via fotosynthese niet alleen 100% groene energie, maar halen ook CO2 uit de lucht. Ze zijn volledig geïntegreerd in het ecosysteem en recyclen zichzelf. De werkwijze van de biomimetica is het begrijpen van de werking van een dergelijk efficiënt model en het vervolgens reproduceren voor nieuwe toepassingen. In het dagelijkse leven vinden we veel technologische ontwikkelingen terug die geïnspireerd zijn op de natuur.
IJSVOGEL
De ijsvogel stond model voor het profiel van Japanse hogesnelheidstrein. Aanvankelijk waren er problemen met de luchtweerstand bij het binnenrijden van een tunnel. Het profiel van de bek De ijsvogel, waarmee hij zijn prooi kan vangen zonder gehinderd te worden door de waterweerstand, leverde de inspiratie voor het ontwerp van de hogesnelheidstrein.
AUTO
DaimlerChrysler heeft een nieuwe auto ontworpen op basis van de tropische koffervis. Door de vorm van de koffervis te integreren in de aerodynamica van de auto is het gelukt om het brandstofverbruik met 20% te verlagen en de uitstoot van stikstofdioxide te reduceren met bijna 80%.
INNOVATIE
Meer dan het nabootsen van de natuur is het begrijpen van de natuur de basis voor innovatie.
economie
Economie raakt iedereen. Van hoog tot laag, van links tot rechts. Voor het oplossen van hedendaagse en toekomstige vraagstukken die de mensheid beroeren, zijn de bescheiden bijdragen van de economische wetenschap belangrijker dan ooit. Arnold Heertje geeft inzage in de actuele stand van de economische theorie alsmede aandacht voor het oplossend vermogen van de economische wetenschap. Deze ambitie reikt verder dan het beperkte voorspellende karakter van het vakgebied. Arnold Heertje behandelt ook terreinen die in Nederland door de eenzijdige oriëntatie op financiële transacties worden verwaarloosd en daardoor de economische politiek minder trefzeker maken. De toegankelijke uiteenzettingen in Economie openen perspectief op een samenleving waarin doorgeschoten bureaucratisering, ongecoördineerde individualisering en inhumanisering wijken voor maatschappelijke architectuur. Deze wortelt in behoeften van mensen van nu, straks en elders, moedigt inspiratie, innovatie en initiatief van de mensen op de werkvloer aan en bovenal de nakende humanisering van het economisch leven.
‘Natuur en milieu worden nog steeds onterecht weggecijferd’
Ons economisch beleid is volledig gericht op groei in enge betekenis. ‘Dat betekent dat alleen zaken die in geld zijn uit te drukken meetellen. Niet-calculeerbare zaken als natuur, cultuur, milieu en leefbaarheid worden weggecijferd. Dat moet radicaal veranderen.’ ‘Het gaat niet alleen om werk of meer productie. Alles wat relevant is uit het oogpunt van behoeftebevrediging hoort in samenhang te worden afgewogen ’Groei staat voorop in het economisch beleid. De redenering is dat als het ons land voor de wind gaat, er geld beschikbaar komt om ook iets aan de leefomgeving te doen. ‘Dat is van de gekke’, vindt emeritus hoogleraar Arnold Heertje. ‘Als je dat denkpatroon niet doorbreekt, krijg je nooit een ander beleid. Dat is een volledige verwaarlozing van de betekenis van de leefomgeving voor de behoeftebevrediging van mensen.’
Bredere definitie
Voor zijn emeritaat was Heertje hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en daarnaast schreef hij tientallen boeken over economie. In woord en geschrift toont hij zich al decennialang een fervent pleitbezorger van een bredere invulling van het begrip economie. Hij voelt zich een roepende in de woestijn. ‘Ik krijg maar niet tussen de oren dat voor de samenleving wezenlijke zaken als schone lucht of natuur, die niet direct in geld zijn uit te drukken, alles met de economie te maken hebben. In plaats daarvan beschouwt het bedrijfsleven ze vaak als kostenposten. Ook veel hoogleraren beperken de definitie van economie tot louter de financiële sector. De kwaliteit van de leefomgeving ziet men op zijn best als een kostenpost of nog erger, als iets dat niets kost en dus gemakkelijk kan wijken voor nog meer woningen, wegen, fabrieken en kantoren.’ Heertje constateert dat veel mensen die zich inzetten voor een schone leefomgeving meedoen aan het gevecht van milieu tegen economie. Hij roept hen op daarmee te stoppen. ‘Dat heeft geen zin.’
Boter, kaas en eieren
Om zijn woorden toe te lichten, noemt Heertje zijn vergeefse pogingen om alle woningen in Nederland te renoveren uit het oogpunt van duurzaamheid. ‘Dit project zorgt voor een verbetering van de woon- kwaliteit en draagt bij aan de klimaat- doelstellingen. Tegelijkertijd geeft het een enorme stimulans aan de economie in enge zin.’ Geld is volgens de econoom niet de reden waarom een dergelijk omvangrijk initiatief niet van de grond komt. ‘Wel moet je de middelen die er zijn zodanig mobiliseren en kanaliseren dat je aan de slag kunt. Hiervoor is veel samenwerking nodig tussen publieke en private partijen, denk aan bouwondernemingen, architecten, financiële instellingen en mensen die inhoud geven aan verduurzaming. Het gebeurt echter niet omdat er sprake is van een intellectueel probleem, namelijk inzien dat je dan dingen doet die voorzien in behoeften van mensen. ’Heertje signaleert nog een andere hobbel van formaat. ‘In dit land worden ongelooflijk veel fouten gemaakt. Er heerst corruptie en fraude. De gemeenten functioneren bovendien te slecht om de regie op te pakken. Kijk bijvoorbeeld wat er allemaal fout is gegaan in het transitieproces van de jeugdzorg. Die hebben een bureaucratie ontwikkeld van heb ik jou daar.’ Om het economieschip van koers te laten veranderen, pleit hij voor centrale regie. ‘Het gaat alleen lukken indien het kabinet dergelijke omvangrijke projecten agendeert. De uitvoering kan vervolgens plaatsvinden in nauw overleg met gemeenten. Voor hen is dat bovendien zinvoller dan bedrijfsterreinen opkopen of kantoren neerzetten die vervolgens leeg komen te staan. Daar verdienen alleen de ontwikkelaars aan, wat er verder mee gebeurt interesseert hen niet.’
Groeiende onvrede
Naast de schade aan milieu en gezondheid van het huidige economische beleid noemt Heertje de groeiende onvrede in ons land een extra reden om het roer om te gooien. ‘Het gemor neemt inmiddels dermate toe dat gevestigde partijen geen poot meer aan de grond krijgen. Ons land dreigt onregeerbaar te worden, omdat we de mensen waar het om gaat in de kou laten staan.’ Gezien het groeiende gemor in de samenleving is de urgentie volgens hem groter dan ooit om volgend jaar in het nieuwe regeerakkoord het ruime welvaartsbegrip te operationaliseren. ‘Laat hierin zien dat het in de samenleving gaat om het voorzien in behoeften van mensen van nu en mensen van straks, waar ook ter wereld. In het algemeen zijn die mensen zowel bij de overheid als het bedrijfsleven volledig uit beeld. Neem het onderwijs en de gezondheidszorg, in beide gevallen worden de leerlingen en zieken waar het om gaat weggeduwd door de ambtenaren, managers en andere bureaucraten. Hetzelfde zie je met huurders van woningen, die zijn helemaal uit beeld. Een nieuw kabinet moet deze gang van zaken radicaal omgooien.’
Groen bnp
Sinds enige tijd roepen partijen op om te komen tot een groen bnp. Heertje noemt dit een nuttige poging om enigszins in beeld te brengen waar we het over hebben. ‘Maar het gaat uit van meetbaarheid en daar verzet ik me tegen. Er zijn immers zaken die niet in geld of in cijfers zijn uit te drukken, maar die mensen wel als schadeposten ervaren. Net zoals met boter, kaas en eieren, kortom goederen die worden verhandeld, voorzien schone lucht en een mooie leefomgeving in behoeften van mensen. Dáár gaat het om en dat moet men leren inzien. Alles waar mensen belang aan hechten, materieel en immaterieel, moet een volwassen rol krijgen bij beleidsafwegingen. Helaas zijn we daar nog lang niet aan toe. ’Niettemin noemt hij een groen bnp als tussenoplossing een stap in de goede richting. ‘Maar waar we naar toe moeten is het operationeel maken van het brede welvaartsbegrip. Pas als dat is gebeurd, hebben we een handvat om beter met dit soort dingen om te gaan.’
Afwegen in samenhang
Zijn ideaalbeeld is dat overheden en bedrijven op het niveau van de micro-economische besluitvorming alles op tafel leggen wat relevant is voor beslissingen. Hantering van het ruime welvaartsbegrip vormt de motor om te komen tot een radicale koerswijziging, benadrukt Heertje. ‘Milieugoederen voorzien net zo goed in behoeftes als auto’s en frisdrank. Zo lang je dat inzicht niet hebt, kun je geen beleid maken, ook omdat je dan in de sfeer komt van concurrentie van allerlei uitgaven. Je moet eerst inzien dat meer asfalt ten koste gaat van de leefomgeving. Omdat we dat niet in geld kunnen uitdrukken, laten we het maar weg. Dat is de praktijk. Bij de afweging van dit soort zaken moeten zaken die wel en niet calculeerbaar zijn tegelijkertijd op tafel worden gelegd, waarbij ervoor gewaakt moet worden dat de laatste ervan afvallen. We moeten toe naar het in samenhang afwegen van alle zaken die uit het oogpunt van behoeftebevrediging meetellen. Alleen dán kun je komen tot goed afgewogen besluiten.’
Dit artikel verscheen eerder in Tijdschrift Milieu september 2016 (Jaargang 22, nr. 5) en http://www.stadszaken.nl/economie/stedelijke-economie/natuur-en-milieu-worden-weggecijferd